En daar was zij dan
met al haar pracht en haar kracht
kietelde zij mij.
Haar stralen kusten
lief mijn schouderblad en nek
tot ik mij draaide.
Toen pas nam zij mij
volledig met haar warmte
geheel in de greep.
Ik sloot mijn ogen
en zwijmelde zachtjes weg
in haar zoete schoot.
Hoofdpersoon is zij
in gedichten en liedjes.
De zon verlicht ons.