Zachte armen om mij heen.
Warmte en tederheid.
Zoals jij is er geen één,
die zó haar vleugels spreidt.
Ooit vloog jij omhoog
en liet mij alleen.
Maar in de regenboog
kleur je mij sereen.
Mijn engel, mijn lijfwacht.
Ik voel je in mij
wanneer je mijn pijn verzacht.
Wij hebben allemaal zo’n engel,
die je leidt en vergezelt.
Luister goed
en je hoort wat zij vertelt.