Mijn huis ligt vol met herinneringen. Als ik om mij heen kijk zie ik mijn moeder, mijn twee oudere broers en goede vrienden. Ik trek een willekeurige la open en foto’s van verre steden, opgroeiende kinderen en luie zomers vullen mij. Ik betast de stenen, die ik zorgvuldig heb gekozen, schoon heb gemaakt en gerangschikt. Hun koude ‘huid’ brengt mij weer terug naar die onrustige branding, of dat kabbelend beekje hoog in de bergen. Ik trek een fles wijn open en opeens sta ik weer in die donkere slijterij vlak achter de boulevard. Ik zie de oude uitbater schuifelend achter zijn houten toonbank. Een antieke kassa met slinger, stoffige schappen en een vadsige kat in de etalage. Donkere gebrilde ogen kijken mij innemend aan. Ik ruik het bouquet en plots lig ik in het hoge gras in de boomgaard waar ik mijn eerste kusjes stal.
Ik luister naar een cd en ik schommel – als in de baarmoeder – in een hangmat onder een tropische zon. Ik hoor kinderstemmen, het gekrijs van roofvogels en de wind die speelt met het groen. Ik voel het prikken van de zonnestralen op mijn lichaam en proef het zout, meegewaaid vanaf de ruisende zee, op mijn lippen. Ik voel strelende handen, zachte lippen en het kippenvel op mijn huid. Vluchtige aanrakingen, speelse kneepjes en een verlangende kriebel in mijn buik. Mijn hoofd vol ongeschreven melodieën heeft geen plek meer voor treurnis. Lieve woordjes blazen in mijn oor en ik kleed mij aan met liefde.
Uiteraard dansen er ook fantasieën in mijn huis. Ik fantaseer over van alles. Zelf noem ik hen mijn dagdroompjes, die mij meevoeren naar de dagen wanneer er niets meer hoeft. Wat als? Als ik nu? Wanneer dat? En die vragen vul ik in met mijn mijmerijtjes, mijn gedachtenspinsels en mijn spiritualiteit. Mijn huis zit er vol mee. Het ene moment ben ik een held en het andere een zoekende, die keer op keer zich bewust is van zijn sterfelijkheid en de tijd daarvoor vult met de prachtigste poëzie, op podia staat en de meest inspirerende toespraak oreert.
Ik win loterijen en trakteer mijn kinderen en vrienden op spectaculair gevulde bankrekeningen. Ik ben een coureur, die zigzaggend het hoogst bereikbare uit zijn bolide haalt. En het andere moment ben ik in gesprek met de Dalai Lama, Antoine Bodar, of Godfried Bomans. Ik beweeg als Fred Astaire, zing als Andrea Bocelli en heb dé oplossing om armoede uit de wereld te bannen.
Vandaag is vandaag. Mijn huis is gevuld met de liefste mensen, een dienstbare baan waarin ik veel kwijt kan en mij een thuisgevoel geeft. Mijn huis maakt mij bewust van het feit dat ik het goed voor elkaar heb. Een veilig en warm omhulsel, dat mij beschermt, verwarmt en uitnodigend zijn deur opent voor iedere passant. Het is een komen en gaan in mijn woning. En ik ben er altijd om deze visite te ontvangen. Omarm ze en stel ze op hun gemak.
Het huis wat ik meedraag, waar ik ook ga, wat ik ook beslis en hoe ik ook denk. Goed in de verf, schone ramen en solide. Dat huis van mij zit barstensvol geuren, kleuren, smaken, muziek, woorden en ontmoetingen. Het is mijn thuis en van niemand anders.