Een grijze sluier omhelst het land.
Huizen kruipen in hun schulp
in hun oksels schuilt een passant.
Zwarte schermen dansen door straten.
Water glinstert in de goot.
Bomen hoor je fluisterend praten
over de naderende dood.
Druppels
ongecontroleerd gaan zij hun weg
Langs hout, ijzer en transparant.
Het zijn de tranen van wolken
dankbaar opgenomen door een verdwaalde krant.