Gevangen in de armen van de nacht
ligt mijn hoofd in dons
mijn engel houdt de wacht.
Omarmt door warme plooien
word ik vederlicht
ontvlucht alle kooien
verrijk mijn aangezicht.
Rectificeer al mijn gedachten
kom los van deze aard
al wat ik verwachtte
bleef me niet bespaard.
Voel me veilig en
geknuffeld door de rust
wentel ik me
mijn engel, die me kust.