verhalen en columns

Vrij

Deze maand staan wij op diverse manieren stil bij “vrijheid”. Hebben wij net de vrijmarkt achter de rug of het rood, wit en blauw wappert om te vieren dat wij 69 jaren geleden zijn bevrijd door de geallieerden. Eindelijk weer vrij, na 5 jaren bezetting door Nazi Duitsland. Maar die oude man, of vrouw, ooit gevangen in een kamp, oog in oog met de vijand, of de loop van een geweer. Die is nooit bevrijd. Die gaan slapen en worden wakker met de gruwelijkheden in hun gedachten.

Op 22 mei a.s. gaan wij onze stem uitbrengen bij de vrije Europese verkiezingen. Ik ga ervan uit dat u gebruik maakt van uw stemrecht. Voor of tegen Europa laat weten in het stemhokje wat u wilt. Elke stem telt en niet stemmen betekent: verder niet zeuren. Ook ik zet mijn kanttekeningen, maar die zet ik ook bij de landelijke en lokale politiek. Wij zijn een polderland en gepolderd wordt er. Zo zullen wij allen altijd water bij de wijn moeten doen.

En 29 mei wordt door de christenen herdacht dat ruim 19 eeuwen geleden de verlosser werd vrijgelaten. Hij ontsteeg ons letterlijk en verdween in de hemel. Diverse dienaren van hem, gevangen in het celibaat, voelden de natuurlijke drang en namen de vrijheid zich te vergrijpen aan onschuldigen. Onacceptabel en die vrijheden moet je bestraffen met het ontnemen van hun persoonlijke vrijheid.

Vrij.

Hoe vrij voel jij je? Heb je voldoende ruimte om je te ontplooien, of te ontspannen? Is je werkgever dwingend, of geeft hij je de ruimte. Voel je je gevangen door je hypotheek of andere schulden? Wat betekent vrijheid voor jou?

Ja, we kunnen vrij denken, maar we kunnen niet alles zeggen. Persoonlijk vind ik dat ook niet nodig, hoewel het mij heerlijk lijkt om eens volkomen los te gaan. Mij vrij genoeg voelen, om die ene collega klip en klaar te vertellen wat ik van hem of haar vind. We geven te vaak sociaal verantwoorde antwoorden.  Opgelegde normen en waarden, regeldwang, plichten en geaccepteerde verantwoordelijkheden. Dus hoe vrij zijn wij eigenlijk?

Zonder regels ontstaat er chaos. Normen en waarden zijn nodig om ons veilig te voelen en onze cultuur in stand te houden. Hiermee bescherm je jezelf en je directe omgeving. We leven in een klein land. Een vrij land. Tien procent van onze bevolking is van origine niet Nederlands, maar wonen, werken, leren, met andere woorden: leven hier. Betalen net zoveel belasting als jij en ik en hebben dus net zoveel rechten als plichten als jij en ik. De paradox in deze is dat in een vrij land als het onze er dus ook een partij voor de vrijheid mag zijn, die juist ageert tegen de voornoemde vrijheden. Je bent het er mee eens of oneens, maar dat is nu eenmaal “vrijheid” binnen een democratie, of rechtstaat.

Er is nog een partij, namelijk die voor vrijheid en democratie. De partij, die de in Nederland geboren kinderen terug wil sturen naar het land van hun ouders. In vrijheid hier geboren, opgegroeid, maar niet langer welkom. Terug naar het land waarin vrijheden misschien worden ontnomen. Misschien naar een dictatuur, of onveilige omgeving waarbinnen zij zich niet langer kunnen ontwikkelen. Dus hoe vrij ben je, als een dergelijk kind?

Vrij zijn is dus relatief. Je vrij voelen kan het andere moment een bedreiging zijn. Misschien dat ik daarom regelmatig droom dat ik vlieg. Ultieme vrijheid, los van de grond en zwevend op de verschillende luchtstromen. De wereld glijdt onder mij weg. In mijn droom moet ik landen, maar ik wil, of kan het niet. Laat mij met rust en laat mij vliegen.

Met een schok word ik wakker en ik heb zin om te vrijen.