verhalen en columns

Barbetjoe

Hoewel het weer ons enigszins in de steek laat is het volgens de kalender zomer in Nederland. Na vele warme dagen schenkt de natuur onze flora en fauna enige verkoeling. Dus zijn wij genoodzaakt ons heil binnenshuis te zoeken. Daarmee heb ik gelukkig geen enkel probleem. Ik kan mij prima amuseren.

Sneu is het voor de vele vakantievierders in ons landje. Je zal maar in een tentje langs de kust staan. Het strand op loopafstand, de zee lonkt, maar het enige water waarmee je bezig bent is dat rondom en op je tent. Ook thuis is de tuin, balkon of terras verlaten. Ingeklapte tuinstoelen, een verdwaalde asbak en als je goed luistert hoor je de planten het kostelijke nat opslurpen.

Mijn vader zal dus even moeten wachten. Mijn vader is een vleeseter en gek op de barbecue. Hoewel hij dit nooit zó zal uitspreken. Mijn vader heeft het altijd over de barbetjoe. ” Wanneer ga je weer barbetjoën?” is een veelgestelde vraag. Mijn vader had wel meer leuke uitspraken. Wij hebben hem daar vroeger veel mee gepest. Hij had het over franjels en zigeunjers, of als men hem te veel op zijn huid zat: “Laat me met rus!” Wellicht zijn deze versprekingen een uitvloeisel van zijn Limburgse roots, maar grappig blijft het. De laatste tijd gebruikt hij zijn vermaarde uitspraken niet meer. Hij had er vele. “Taf, taf, taf”, of “hup, klaar, pets, boem”, als hij aangaf dat hij iets snel voor elkaar had gebokst.

Voorlopig dus geen barbetjoe voor hem, maar uiteraard schuift hij deze zomer zeker een keertje aan. Tot die tijd zal hij zich moeten amuseren met wat hij ‘de ouwetjes’ pleegt te noemen. Hij is zelf bijna 91, maar voelt zich – net als ieder ander – stukken jonger. “Vanmorgen weer allemaal ouwetjes bij de koffie”, “Niks aan, ze zeggen zo weinig.” En zo moppert hij zich de dag door. Ik geef het je maar te doen. Eenennegentig worden, niet meer zo mobiel en iedereen om je heen verruilt het heden voor het eeuwige. Uiteraard proberen wij er zoveel als mogelijk voor hem te zijn, maar het merendeel van de week zit hij toch alleen in zijn sta-op-stoel te zappen langs de programma’s van de treurbuis.

Al schrijvend, zie ik hem in gedachten op zijn trippelstoel, schuifelend door zijn kamer gaan. Op weg naar de keuken voor een boterham, of een drankje. Een grote en een normale schoen over het laminaat op weg naar dagelijkse bezigheden. Altijd keurig gekleed, geschoren en vol levenslust. De oudste van het geslacht Slijpen. Het record heeft hij met maar liefst vijf jaren verbeterd en zo te zien legt hij de lat hoog voor zijn nageslacht.

Terug bij zijn vertrouwde stoel, gaat de trippelstoel op de rem en hijst hij zich op, wankelt even, om dan neer te ploffen. Het is een heerlijke man, die ondanks vele tegenslagen positief in het leven staat. Gelukkig heb ik veel van zijn genen en daar ben ik dankbaar voor.

Dus het wordt tijd dat het weer echt gaat zomeren, zodat wij taf, taf, taf, gezellig met hem kunnen gaan barbetjoën.