‘Je gaat nu mee.’ Haar stem klonk dwingend. ‘Nee’, probeerde ik nog, ‘ik zit met een ICT-probleem.’ ‘Niets mee te maken, je gaat nu mee!’ En mijn directe collega, Ingrid, pakte mijn arm en leidde mij richting het restaurant van ons woonzorgcentrum. Vandaag was mijn voorlaatste werkdag, ik zat midden in een interne verhuizing en de geheimzinnigheid van die ochtend werd mij duidelijk. Zij hadden iets voor mij bekokstooft.
In het restaurant wel zestig mensen; collega’s, oud collega’s, ex werknemers en leveranciers. Een beetje ongemakkelijk betrad ik de ruimte. Groette links en rechts mensen en was blij verrast. Van een aantal mensen had ik de week daarvoor al afscheid genomen en hier stonden zij alweer. Speciaal voor mij. Ingrid had een speech voorbereid en uiteraard moest ik daarnaar luisteren. Over de dingen die mis waren gegaan, maar vooral over mij als persoon, als collega en hoe waardevol ik was voor de organisatie. Een volgende collega nam het woord. Weer veel lofuitingen. Ik wist dat ik goed werk had verricht, maar zoveel lof maakte mij toch iets ongemakkelijk. En toen de cadeaus, wat een cadeaus! Een prachtig horloge (en ik ging niet eens met pensioen); een mooi box om mijn horloges in te bewaren; een pen; cadeaubonnen, wijn, veel wijn, champagne, kaas, whisky, eau de toilette, boeken. Echt, dit was te veel.
Ik nam het woord om alle aanwezigen te bedanken. Mijn stem brak en emotioneel veegde ik wat tranen weg. Een glas rode wijn werd mij toegestopt en na enkele slokjes en een diepe zucht lukte het mij de juiste woorden te kiezen.
Zes jaar en vier maanden heb ik met ontzettend veel plezier gewerkt in mijn Duinstede. Het eerste jaar als zorgmanager van de afdeling somatiek en revalidatie en de resterende jaren in de vertrouwde rol als facilitair manager. Daar werd na enkele jaren “Welzijn” aan toegevoegd. Wat een fantastische tijd! Moeilijk soms door bezuinigingen met de daarbij onontkoombare beslissingen, maar vooral veel plezier met mijn team, de collega’s en de bewoners. Ik heb mijn best gedaan door te luisteren, te coachen, te beslissen en door aan te pakken. Bewoners en zorgmedewerkers moesten wat mij betreft volledig gefaciliteerd worden. Vooral om het zware werk, maar soms ook het lastige verblijf zo aangenaam mogelijk te maken. Die drijfveer hield ik mijn team en mijzelf altijd voor. Ik legde de verantwoordelijkheden zo laag mogelijk neer, zodat mijn teamleden optimaal konden presteren. En dit werd gewaardeerd, dat wist ik, maar deze afscheidsreceptie bevestigde dit nogmaals nadrukkelijk.
Ik besloot mijn toespraak met het uiten van mijn dankbaarheid voor zoveel warmte, maar vooral voor zoveel werkplezier en wat hebben wij veel bereikt met elkaar. Ik verlaat dan ook de stichting met pijn in mijn donder. Mijn toekomst binnen deze zorginstelling was wat onzeker en ook bij mij moet er brood en gas op de plank. Een nieuwe kans werd mij aangereikt en deze heb ik dan ook met beide handen aangegrepen. Een verse episode in mijn leven breekt aan, maar mijn Duinstede met haar bewoners en medewerkers zullen altijd een speciaal plekje in mijn hart blijven bewonen.