verhalen en columns

Oelewapper

Gisteren zat ik tijdens mijn lunch naar een herhaling van Wie Is De Mol te kijken. Tijdens de uitzending moesten de kandidaten het Spaanse woord voor oelewapper vertalen. Op dat moment dacht ik, wat een leuk Nederlands woord toch eigenlijk, dat oelewapper. Al zoekend op het internet zijn er maar een paar verklaringen te vinden. Het meest vroeg gedateerd uit de tachtigjarige oorlog. Volgens het genootschap Onze Taal is het woord verbasterd uit het Spaanse “olè guappa” hetgeen vrij vertaald ” hey, lekker ding” zou betekenen. Weer anderen spreken over de “uil” en het wapperen van de vleugels. Het zal wel. Oelewapper ligt lekker in de mond en je kunt er iedereen voor uitmaken zonder direct heel erg beledigend te zijn.

Zo vind ik Van der Steur een oelewapper. Tot drie keer toe opgeroepen worden door de Tweede Kamer en niet je conclusies trekken. Gewoon het feit dat je een oelewapper bent en beter iets anders kunt gaan doen. De leden van diezelfde Kamer zijn ook oelewappers. Drie keer een minister ‘doorzagen’ om vervolgens met een zwak excuus je genoegen te nemen. Niet de ballen hebben en doen voor hetgeen je aangenomen bent; falende bestuurders op laten wapperen, want in dit geval was ie zeker niet de wijze ‘oel’. Diederik Samson ook zo’n oelewapper. Blijven vasthouden aan je eigen waarheid dat je de meest geschikte kandidaat lijsttrekker bent voor 2017. Meneer is even vergeten dat onder zijn leiding het aantal kamerzetels van de PvdA op een historisch dieptepunt zijn beland. Ook deze politicus ontbreekt het aan zelfreflectie.

De verantwoordelijke voor de supermarkt Jumbo is een oelewapper; stoppen met het uitdelen van ballonnen vanwege het milieu, maar geen structurele bijdrage leveren aan alle milieubelastende verpakkingen waarmee de winkel is uitgerust. Dick Advocaat is er ook een. Hij noemde Giovanni van Bronckhorst een uitstekende trainer omdat hij zo leuk voor de camera kan verschijnen. En wat dacht je van Twan Huys? Aardige man hoor, maar om nu – zonder verdere verklaring – enkel in de media te spuien dat je je interview, tijdens College tour, met de Dalai Lama verschrikkelijk vond getuigde, wat mij betreft, van ultiem oelewapperschap.

Jan Slagter is duidelijk ook een oelewapper. Het niet kies vinden dat onze premier tijdens het imitatie-correspondentendiner een grapje maakte over zijn vermeende relatie met de dochter van Jan Marijnissen. Als het al zo is meneer Slagter: chapeau! Wees er trots op en geniet ervan. Je weet dat calvinistisch Nederland immer met haar vingertje wijst. Had voor het grapje geapplaudisseerd en niemand had er meer over gesproken. En ik er hier niet over geschreven.

Tijdens Wie Is De Mol was de Spaanse vertaling voor oelewapper: “badclaque”. Wanneer je op Google oelewapper naar het Spaans vertaalt krijg je als uitkomst “Bobo” en dat brengt mij op Blatter. Ook hij is een oelewapper, want de wetenschap dat je jaren achtereen verantwoordelijk bent geweest voor een corrupte FIFA, ook al is je eigen corruptie nog niet bewezen, is al reden genoeg om persoonlijk de handdoek in de ring te gooien. Dat laatste heeft natuurlijk meer te maken met de bokssport, dan met voetbal, dus in dit geval ben ik de oelewapper. En waarom zoveel mannelijke oelewappers in mijn lijstje? Wel het antwoord is eenvoudig. Volgens de woordenboeken is het een mannelijk woord. Er zullen ongetwijfeld ook vrouwelijke oelewappers zijn, maar dat woord past hen niet. Een vrouwelijke oelewapper noem ik liever een doos. Daarover misschien later meer 😉