verhalen en columns

In memoriam

Op 8 maart 1971 mijn 13e verjaardag, werd ik ’s nachts door mijn vader gewekt. Wij zouden namelijk samen naar de bokswedstrijd tussen Muhammad Ali en Joe Frazier gaan kijken. Zo gezegd, zo gedaan. Van de bokswedstrijd zelf kan ik mij niet zo veel meer herinneren, dan enkel het feit dat Muhammad Ali heeft gewonnen.

Een groot vechter en mens is gestorven.

Zoals Muhammad Ali heeft mijn vader vele gevechten geleverd. Dansend door de ring van het leven wist hij vele opponenten te ontwijken en te verslaan. Hij speelde, praatte en lachte met ze. Vele malen is hij of tegen de touwen, of tegen het canvas geslagen, maar alle keren wist hij – regelmatig hevig aangeslagen – weer op te krabbelen. Vaak deed hij dat zelf en soms moesten de helpers in de hoek hem weer oplappen.

Papa, niemand had ooit gedacht, dat jij het zolang zou volhouden. Er zaten grote uitdagers bij. Maar telkens weer stond je op en toornde boven je tegenstander uit om vervolgens deze met een enorme rechtse directe uit je leven te slaan. Jarenlang heb je gevochten en je eer hoog gehouden. Uiteindelijk moest je in je laatste gevecht de meerdere erkennen. Ik was erbij en zag hoe jij langzaam, maar met respect voor je tegenstander, je overgaf.

Vanaf dat moment schieten er allerlei herinneringen door je hoofd. Het samen kamperen in de regen met je eigen kooktent vol kruiden en specerijen. Alle verjaardagstaarten die je maakte voor ons en voor je kleinkinderen. De volle huiskamer met verjaardagen waarbij jij altijd moppen tapte of een sketch speelde. De avonden dat ik luisterend vanuit mijn bed wachtte op jouw terugkomst van je werk. Mijn vakantiewerk bij jou op de sociëteiten van Delft en Amsterdam. De enorme afwassen die je voor ons achterliet in de keuken nadat je gewoon een Hollandse pot had gekookt. Het samen bouwen van een poppenkast voor Jeffrey en Patrick. Je borreltje, je trouwe viervoeter Whisky en misschien gek, het geknisper van jouw schoenzolen op het bospad waarover wij, hand in hand, vele wandelingen hebben gemaakt.

Naast verdriet heb ik ook een gevoel van grote dankbaarheid. Dankbaar, dat je zo lang in ons midden mocht zijn. Dankbaar dat ik een geweldige vader heb gehad, die mij veel heeft geleerd. Te veel om op te noemen, maar deze wil ik eruit lichten. Dankzij jou, pap heb ik geleerd om sterk te zijn, positief te blijven en mensen open tegemoet te treden.

Ik zal veel aan je denken papa. En ik zal vaak over je praten. Want op die manier houd ik je in leven. Als er nooit meer aan een mens wordt gedacht, of als niemand meer over hem praat, dan is deze pas echt dood. Wij hadden een bijzondere band en die zal ik blijven koesteren. Soms was ik heel erg boos op je, maar het merendeel heb ik van jou, van je gezelschap, je humor, je vechtlust en je bijzondere kijk op het leven gehouden. Toen mama in 2008 overleed ben jij voor een stukje doodgegaan. Zoals een groot vechter betaamd hield je je groot, maar ik weet van je verdriet en dat je op de stille momenten, alleen in je woonkamer, stilletjes zal hebben gehuild.

Toon Hermans, één van papa’s idolen schreef ooit:

“Engelen zijn geen sprookjesfiguren. Het zijn mensen die wij een soort verhevenheid mogen toedichten, die niet (en toch!) van deze wereld is. Jarenlang heb ik een engel naast mij gehad, die nu een der liefste engelen in de hemel is.”

Mijn lieve papa, rust zacht.